Het Zwem-ABC bestaat uit drie Nationale Zwemdiploma's namelijk het A-diploma, B-diploma en het C-diploma. Het Zwem-ABC is inhoudelijk gericht op het jonge kind. De zwemdiploma's A en B zijn waardevolle tussenstapjes, maar wie het zwemdiploma C op zak heeft kan zich pas echt goed redden in zwembaden en bij activiteiten in, op en aan het water.
Moet mijn kind het hele zwem-ABC behalen?
Ja, wij vinden van wel! Alleen met zwemdiploma A, B én C is je kind echt voorbereid op een leven lang zwemplezier. In 1998 is het zogenoemde Zwem-ABC ontwikkeld. Met de komst van de zwemparadijzen met wildwaterglijbanen en veel nieuwe vormen van recreatie in, op en bij het water, hebben kinderen andere vaardigheden nodig dan vroeger. Die andere vaardigheden leren kinderen vooral tijdens de lessen die voorbereiden op het zwemdiploma C. Anders dan vroeger, toen er nog alleen diploma A en B waren, hebben kinderen dus ook echt diploma C nodig.
Het Zwem-ABC is de basis van goed zwemonderwijs. Je voldoet aan de Nationale Norm Zwemveiligheid als je het complete Zwem-ABC op zak hebt. Zwemveiligheid kan je alleen behouden door oefening. Het is dus heel erg belangrijk dat kinderen blijven zwemmen. Wil jij dat je kind na het behalen van het C-diploma blijft zwemmen? Denk dan eens aan het laten doorzwemmen voor de verschillende Zwemvaardigheidsdiploma’s. Een leuke opvolging van het zwem-ABC en een kind is hierna nog veiliger in en om het water.
Wat houdt zwemveilig nu precies in? Zwemveilig ben je als je in en om het water kunt overleven en op een veilige manier kunt bewegen en recreëren in de Nederlandse watercultuur.
Zwemdiploma A
Je beheerst vaardigheden voor een zwembad zonder attracties. Zwemdiploma A is de opstap naar Zwemdiploma B en het complete Zwem-ABC.
De belangrijkste eisen voor het A-diploma zijn:
- Met het kledingzwemmen krijgen de kinderen nu lange kleren aan. Alleen wordt de afstand verkleind. Ook mogen de kinderen zelf weten hoe ze zwemmen. Wel is de keuze uit de 4 zwemslagen.
- Met banenzwemmen moeten de kinderen 1 baan technisch een goede schoolslag laten zien en 1 baan een technisch juiste rugslag. Daarna moeten de kinderen 2 banen zwemmen met een slag naar keuze.
Zwemdiploma B
Je beheerst vaardigheden voor een zwembad met attracties, zoals een (wildwater)glijbaan, een golfslagbassin en een stroomversnelling. Zwemdiploma B is de tussenstap naar Zwemdiploma C = Nationale Norm Zwemveiligheid.
De belangrijkste eisen voor het B-diploma zijn:
- In plaats van de potloodsprong moeten de kinderen nu achteruit het water in vallen met kleren aan.
- Met banenzwemmen moeten de kinderen 1 baan technisch een goede schoolslag laten zien en 1 baan een technisch juiste rugslag. Daarna moeten de kinderen nog 4 banen zwemmen met een slag naar keuze.
- Hoofdwaarts voortbewegen door gebruik van de armen.
- Blijven drijven door middel van een drijvend voorwerp.
Zwemdiploma C (Nationale Norm Zwemveiligheid)
Je beheerst vaardigheden voor een zwembad met attracties en in open water zonder stroming of grote golfslag, zoals recreatieplassen en bredere sloten/vaarten (behalve in de zee). Met dit diploma voldoe je aan de Nationale Norm Zwemveiligheid.
De belangrijkste eisen van het C-diploma zijn:
- Met kleren moeten de kinderen meer oefeningen doen en is meer gericht op survival. Wat er bij komt is een sprong te water aansluitend zwemmen en dan door het gat zwemmen.
- Met duiken is de afstand verkleind tot 6 meter door een gat zwemmen maar boven komen in een soort wak. Dus na het gat moet men nog wel oriënteren onder water waar men in boven kan komen.
- Met banenzwemmen moeten de kinderen 1 baan technisch een goede schoolslag laten zien en 1 baan een technisch juiste rugslag. Daarna moeten de kinderen nog 4 banen zwemmen met een slag naar keuze.